Er waren drie gasten bij het internetprogramma
Top Names. Ze werden geïnterviewd door het enthousiaste duo dat elke dinsdagavond
mensen aan de tand voelt die aan de weg timmeren op het gebied van technologie,
nieuwe media en internet, live gestreamed en meteen te bekijken via internet.
De eerste gast was kunstenaar (hij sprak over zijn werk als
‘mijn art’), en werkte vroeger als applausmanager. Een groot deel van het
gesprek ging over dat managen van applaus (dat hij voor Endemol had gedaan,
vroeger, toen hij dus nog geen kunstenaar was). Wat bleek: hij kon het nog
steeds. Waarvan hij acte gaf. Het gesprek verliep in hoog tempo, mede misschien
vanwege het feit dat het niet de eerste keer was dat hij gast was. De
interviewers waren fan van hem, zo zeiden ze.
Wat duidelijk werd in het op dubbele snelheid (zo leek het)
gevoerde gesprek was dat hij dus kunstenaar was, pardon, dat hij art maakte, en
dat hij altijd al een gadgetjongen was geweest, en nu dus heel erg
geïnteresseerd was in het integreren van tech in kunst. Er was ook nog iets met
‘werelden bij elkaar brengen’, de niet-techies (zoals zijn vader, ‘die houdt wel een beetje zijn website bij,
maar verder…’ Een duidelijk geval van niet-techie, zo'n 60+ man die zijn eigen website bijhoudt) en de techno’s , die
wilde hij middels het incorporeren van kunst in zijn ‘art’ met elkaar in
contact brengen. Hij had daarvoor een project gestart , waarna hij een lang
verhaal hield over het ontstaan van de naam dat te maken had met het jaar 2015
en 2016 – 15 en 16 was samen 31 en vandaar project 31 als ik het goed heb – en
dat hij heel veel geld nodig had. En dat hij ook bezig was met andere
projecten, iets met Las Vegas ( ‘Wat goed dat je daar binnenkomt!’ interviewer;
‘nou ja, ik heb een vriend, en die heeft
ervoor gezorgd dat ik een pitch mag doen,’ aldus de maker van ‘art’). Heel veel
geld. En daar had hij dan constructies voor.
Allemaal te gek en te waus maar geen idee wat deze jongen
nou eigenlijk maakt.
Nadat hij zijn eigen applaus gemanaged had (ging hem goed
af) was de beurt aan een dame die zich bezighoudt met innovatie. Een soort Fiona Hering
(toevallig was ook deze dame afkomstig van De Telegraaf). Groot, korte rok/jurk
– figure-hugging zoals de Engelsen zo
mooi kunnen zeggen en waarvoor ik zo gauw geen ander woord kan vinden, rode
laarzen, glimpanty en blond haar dat geregeld weggeveegd werd omdat het voor
haar ogen viel. Er werd niet uitgelegd wat innovatie is, wat zij eronder
verstaat, maar ze ging meteen los over de voorsprong die mensen die in de media
werken (waar zij tenslotte ook uit afkomstig was) hebben op het corporate
bedrijfsleven. Wel tien jaar geloof ik. Afijn, in alle workshops en adviezen en
weet ik niet wat ze verder allemaal doet op het (voor ons nog steeds schimmige
gebied van) innovatie, maakte ze behoorlijk wat mee. ‘Is het nou leuk?’ O jazeker is het leuk! Bij
die groepen mannen in pak, die ze altijd maar weer aanpakte in innovatie- en
andere workshops, zag je soms zelfs emotie tijdens de sessies! Ja ha, mensen,
emotie! Oh, en had ze trouwens al gezegd dat ze geen relatie had? (Themaatje denk ik).
In ieder geval gebeurde het altijd maar weer dat mensen die ze ging
adviseren op haar eerste vraag al een verkeerd antwoord gaven: ‘Waarom wil je
innoveren?’ Altijd weer een verkeerd antwoord! Ze zeiden nooit dat ze het
wilden doen omdat het een intrinsieke behoefte was, omdat daar ginder iets was
waar ze naartoe wilden. ‘En dat is het enige goede antwoord!’ Nu was ik toch
ernstig in de war. Stel, ik vraag iemand waarom hij wil innoveren, en hij WIL
eigenlijk niet innoveren, maar hij geeft een sociaal gewenst antwoord en zegt:
‘Nou, ik ben toch wel zo ontzettend benieuwd wat de mogelijkheden zijn voor
mijn bedrijf met dat nieuwe huppeldepups, en waar het ons brengt en er zijn
zoveel mogelijkheden die enz enz’, dan lijkt me dat in zijn geval een fout antwoord.
Want dat wil hij helemaal niet! Maar voor deze innovatiemevrouw zou het dus een
GOED antwoord zijn.
Verder ging het nog over de nieuwe wereld, waarin we
allemaal flexwerken, nergens meer hoeven te zijn, nergens meer aan gebonden
hoeven zijn, ‘zo heb ik bijvoorbeeld ook geen relatie’, en ze was zelf aan het
uitzoeken hoe vrij en ongebonden ze precies kon zijn.
En toen kwam de klapper van de avond. De heer Ruud Hendriks
die volgens mij eigenlijk zijn hele leven niet meer hoeft te werken, want hij
heeft geld zat, bij elkaar gesprokkeld met allerlei projecten waar hij veel aan
verdiend en verloren heeft, maar omdat hij waarschijnlijk goed weet hoe hij
zijn geld moet beheren, heeft hij nog steeds money galore, en dat geeft hem de ruimte om lekker met innovatie en
nieuwe technologie bezig te zijn. Als coach voor startups (‘we waren een paar
jaar geleden met z’n drieën, nu hebben we 340 man personeel in 10 verschillende
landen, daar komen er elk jaar wel een paar bij’). Groot denken, dat zit hem in
het bloed. Om meteen een lans te breken voor dat benauwde gemiespel over
toplonen in Nederland. Als zo’n topman van een bank nou 6 ton verdient, dan doe
je daar toch niet moeilijk over. Kinderachtig gedoe. Nee, in Amerika, daar
weten ze hoe het moet. Een investeerder smijt daar gewoon met 25 miljoen voor
een startup, maakt niet uit waar die zich mee bezighoudt, en dan wordt er
meteen een topper aangenomen voor 1 miljoen per jaar. En dat is goed, en geheel
terecht. (Het waarom werd verder niet uitgelegd, zo evident was het.) Nu was
het wel net dit ene exorbitante startup verhaal
dat iets inhoudelijks in zich droeg: de start up hield zich namelijk
bezig met een bepaalde app waarmee mensen langer in hun eigen huis konden
blijven wonen. Wellicht financieel gunstiger voor het zorgbudget van overheden.
En voor zo’n financieel beheersinstrument wordt dan dus iemand ingehuurd voor 1
miljoen dollar.
Daarnaast kwamen nog aan de orde zijn house-hobby (hij
draaide regelmatig als dj, waarbij hij mensen meenam op een reis), en tussen
neus en lippen door meldde hij nog dat zijn bedrijf wellicht wat duurder was
dan andere bedrijven, maar dat ze wel de besten waren.
Na het gesprek kwam daar nog de applausmanager, aka ‘de man
die art maakt’, en toen mochten we drinken en met elkaar praten want het was de
laatste uitzending voor de zomer.
Na de zomer weer verder. Ik kan niet wachten.