Friday, October 31, 2008

Frisse blik

Elke dag douchen was nergens voor nodig, had ie ooit een keer met een bepaald dedain in een interview gezegd. Je kon je tijd toch wel beter gebruiken.
Had hij eerst gewoon een soort slordige coupe, nu was er van alles in te ontwaren. Hij krabde zich. Roos? Korstjes? Luizen, of gewoon vet?
Zijn klokkenspel, zo noemde hij dat, ging natuurlijk wel elke dag onder de kraan. Dus dat zat wel goed, daar was ook niets geks aan te zien of te ruiken waarschijnlijk. Maar de rest, de rest, daar sloegen de walmen vanaf. Muf en zweterig, die half uitgegroeide baard-snorcombinatie was ook niet bepaald bevorderlijk voor een frisse aanblik.
Daarvoor was het nooit opgevallen. Slordig is iets anders dan vies. Maar zodra het benoemd was, was er geen weg meer terug.
Hij krabde zich, een wolk schilfers vloog over het scherm.
Ik vluchtte naar de douche.
Ondraaglijke jeuk maakte verder kijken onmogelijk.

Friday, October 24, 2008

Een kattenluik

Veel werk zou het waarschijnlijk niet zijn. Beetje zagen, wat schroeven of spijkeren, en het kattenluik zou erin zitten. Maar het kwam er maar steeds niet van, dat zagen en boren en hameren en spijkeren.
Want hoe gaat dat met klusjes van niks -- die worden uitgesteld. Die komen altijd nog wel eens een andere keer. Die kunnen wachten en hebben geen haast. En als iets geen haast heeft dan kan het morgen ook, maar morgen wordt altijd weer vandaag met weer een nieuwe morgen, en dat betekent opnieuw opschuiven.
En als je het dan tóch uiteindelijk gaat doen, blijkt het altijd weer veel meer werk dan je had gedacht. Met troep en blaren van het zagen en schroeven die net niet helemaal goed zitten. Dus dat uitstel was toch nog niet zo gek bekeken dan.

Friday, October 17, 2008

Ledenwerving

De code schreef voor dat je een ja-ritme moest proberen te creëren. Dus een soort omgekeerde van het spel ´geen-ja, geen-nee´ dat in een ver verleden als entertainment fungeerde in een radioprogramma. Maar dit was geen entertainment, laat staan een spel. Dit was bloedserieus. Het ging erom dat je mensen met al je vragen murw kreeg, dat ze niet anders dan ja konden antwoorden aan het eind, dat je een logica presenteerde waar niemand omheen kon. Al zouden ze dat misschien wel willen.
Nouja, als men echt zou willen dan zou ´nee´ wel kunnen aan het eind. Maar in dat geval was het wel duidelijk. Eenieder die ´nee´ zei aan het eind van een serie ja-ritmevragen, was volkomen ongeschikt als nieuw lid.
Al zou ie alsnog graag willen, hij werd vasberaden geweigerd.

Friday, October 10, 2008

De ingrediënten van vis

Ik kocht een bakje vis. In plastic verpakt, doorzichtige folie, was het overduidelijk een gefileerd stuk vis, dat kon niet missen. Bovendien stond het ook op de voorkant. Maar wat voor vis is de Pangasiusfilet en waar komt ie vandaan?
Mensen lezen niet. Althans, mensen lezen niet goed. Dat komt vast door het bombardement van informatie elke dag weer, waaruit je steeds maar moet filteren wat wel en niet relevant en op jou van toepassing is. Vandaar dat het heel goed kan gebeuren dat de vermoeide wandelaar neerzijgt op een bankje waar met koeienletters een vel met het woord NAT op geplakt is. Hardhollend gaat het onderscheidend vermogen achteruit, en wat doe je ertegen.
Gevolg is ook dat men van gekkigheid niet meer weet hoe nou toch informatie tot den mensch te krijgen. Hoe maak je iets duidelijk? Groots en bombastisch, dat het vooral maar opvalt, of klein en subtiel? Met waarschuwingen, dreigementen, wijzend op gevaar of vriendelijk en vrijblijvend? En hoeveel informatie is nou eigenlijk noodzakelijk?
Maar terug naar de Pangasiusfilet. Gelukkig bood de achterkant van het vispakketje soelaas. Daar las ik dat het land van herkomst Vietnam was. Daaronder stond nog een hele rits info. Allergie-informatie werd vermeld, voor veel mensen zeer relevant. Met erachter de volgende woorden: Bevat vis.

Friday, October 03, 2008

De blinde pianist

Over slingerweggetjes reden we naar het plaatsje waar de kleine kerk zich bevond. Een kerkje dat niet meer als kerk werd gebruikt, er vonden nu concerten en lezingen plaats.
Het orkest bestond uit drie muzikanten. De accordeonist, de bassist en de blinde pianist.
Die pianist was de leider van het geheel; hij introduceerde, vertelde, maakte grappen en zong. Als je hem zo zag spelen zou je niet zeggen dat hij blind was. Hij droeg geen bril en zijn ogen zagen er niet vreemd uit. Niet vreemder dan ziende ogen in ieder geval. Alleen zijn motoriek was anders. Zijn hoofd bleef bewegingloos. Hoe wild zijn handen ook over de toetsen ratelden -- zijn hoofd bleef staan in dezelfde stand. Kennelijk wordt de beweging van een hoofd vooral bepaald door het zien van dingen.
Van tijd tot tijd maakte hij een soort showbeweging met zijn hand, dan hief hij zijn arm op en boog zijn hand op een manier zoals ballerina´s dat doen als ze een pirouet maken, een soort ´voila´. Sierlijk en gracieus. En daarna zochten zijn handen dan weer de toetsen. Het was een ingestudeerd gebaar en het ging een beetje houterig.
Ooit zag ik in een film een messenwerpact in een circus. Op het hoogtepunt van de act deed de werper een blinddoek voor en wierp de messen in de richting van een groot bord, precies rondom de vrouw die voor dat bord stond. Ze werd niet geraakt. Natuurlijk was dat spannend, het publiek hield de adem in.
De spanning in het kerkje tijdens het concert was bijna net zo groot. Iedereen timede mee met de pianist, hoe hij zonder te kijken zijn messen wierp. Bij wijze van spreken dan.
Zo op het eerste gezicht zonder dodelijke gevolgen.