Het was nog donker toen ik een klok passeerde.
Vreemd, hij stond helemaal verkeerd. Zeven uur. Dat kon niet.
Ik reed door. Af en toe kwam ik een auto tegen, maar niet vaak, het was erg rustig vandaag.
Weer een klok. He, die staat verkeerd, dacht ik weer. Tien over zeven.
En door maar weer.
Tot die derde klok. Kennelijk is dat er voor nodig om te bedenken dat het niet die klok is die het mis heeft.
Het was kwart over zeven, stikdonker, heel erg koud en er was geen kip op straat.
Nog twee uren te gaan voordat ik ergens verwacht werd.