´Absolutely unnecessary,´ zei Jim Boller, en hij aaide het paard nog een keer over haar schoft. Het was een soort paard van Troje -- over het magere karkas was huid gespannen. Tussen karkas en huid bevond zich misschien nog een dun laagje vlees, maar helemaal zeker was hij daar niet van. Zo mager.
´There´s just no need..´ en toen keek hij weg, met een soort droevige hondenblik. Het paard stond apathisch naast hem.
Toen later in de rechtszaal de eigenaar betoogde dat hij al het mogelijke had gedaan om het beest een goed huis te bieden, te voeden en verzorgen, richtte de camera de lens even op Jim Boller, die dezelfde stoïcijnse blik had als eerder dat paard. Dit was duidelijk niet de eerste keer dat Jim dit meemaakte. En waarschijnlijk ook niet de laatste. Spaarde Jim zijn krachten? Of accepteerde hij de absolutely unnecessaryness van het gebeurde?
Eens zou het tot een explosie komen. Wat in de pers dan wellicht als unnecessary zou worden betiteld, want er was toch recht, en dat loste dit soort dingen toch op?
Het leek desalniettemin louter een kwestie van tijd.
Jim is niet van steen!