De tongschraper lag op tafel. Eén keer gebruikt, en toen vergeten. Of nouja, vergeten, aan de kant geschoven. Niet meer in trek. Geen animo.
´Gum´ stond op het stuk waar je het ding mee vasthoudt. Voor de argeloze kijker kan het ook heel goed een rugkrabber zijn. Of een schoonmaakborsteltje voor hardnekkig vuil.
Overigens is ie niet zomaar aan de kant geschoven. Het hoofd sloeg weer op hol. Ik zag de dikke plakken koffieaanslag met restje van de net opgegeten boterham met hagelslag al voor me, die zich dagelijks zouden verzamelen op de tong bij geregeld gebruik van het ding. Wachtend op de schraper. Ik was zo bang de de tong zou verslonzen als ie doorkreeg dat ie zichzelf niet meer schoon hoefde te houden.
En een luie tong, daar heeft niemand wat aan.
Die tongschraper lijkt me een heel ongezond ding.