Hij is zwart, lang en uitgeprocedeerd. En als ie kan bewijzen dat ie de vader is van zijn kinderen dan mag ie blijven. Maar zijn kinderen zijn in Antwerpen. En hij is hier, met een slobberige jas en gele tanden, niet genoeg geld om naar z´n kinderen te gaan maar als hij niet voor 12 uur de volgende dag een DNA-test laat doen dan moet hij het land uit. Of misschien kan ik beter zeggen EEN land uit.
Het duizelde me van de informatie. En ik heb meteen honderd vragen. Maar ik stel ze niet. Hij zo wanhopig en dan zou ik hem vragen gaan stellen!
Dan haalt hij ook nog een verkreukelde foto van twee kinderen uit zijn jaszak. Ik zou me kunnen voorstellen dat dit zijn kinderen zijn. Maar van de andere kant zouden het ook best twee hele andere kinderen kunnen zijn. Ze zijn zwart, dat wel.
Ik heb geen geld bij me maar hij weet precies waar je kunt pinnen.
Vlakbij, geen idee of dat toeval is of niet.
Ik weet niet wat ik ervan moet denken en ik geef hem 20 euro. Misschien om ervan af te zijn. En misschien, stel dat het mij zou overkomen, en niemand gelooft me en iedereen denkt dat ik lieg. En wat maakt het ze uit als ik lieg.
Wat maakte het mij uit als hij loog.
`Wel wat goeds mee doen he!´ zei ik volgens mij best vriendelijk toen ie snel wegliep.
Zo te zien aan de blik die hij me toen toewierp denk ik toch dat-ie loog.