Ze mocht weer naar dokter Mura. Er was opnieuw een adertje gesprongen op het netvlies. Niet iets om blij mee te zijn, ze zag allemaal balken en stofjes zweven, maar nu, nu mocht ze weer naar dokter Mura.
Opgewonden zaten we in de metro. Dokter Mura. De lange donkere Italiaan uit een klein dorp, misschien wel ergens in de Dolomieten, met kortgeschoren haar en een metalen brilletje. Een olijfkleurige huid, lang en rijzig, hoe kon je bang zijn voor dokter Mura. Hoe kon je niet enorm BLIJ zijn als je weer naar dokter Mura mocht!
We wachtten en daar was Mura, hoog torende hij boven ons uit op zijn witte Zweedse klompen en het leek wel of hij een operatie-outfit aanhad, een blauw ensemble, vormeloos, behalve als dokter Mura het aanhad. We liepen mee de onderzoekskamer in.
'Bent u nog zenuwachtig?' vroeg dokter Mura (dat hij dat nog wist van de vorige keer!) en hij bekeek haar ogen. Alles leek in orde, of kwam dat door zijn geruststellende uitstraling?
We waren nog enkele vragen verwijderd van een afscheid, maar het kwam er onherroepelijk aan.
Ze schudden elkaar de hand. Over 6 weken mocht ze weer terugkomen.
Niets om tegen op te zien.