Al zoenend trof ik mezelf aan in de donkere huiskamer van een huis waar iedereen al lang naar bed was maar ook zo weer wakker kon worden. Het was dan ook al zo'n 100 jaar geleden, vandaar dat we toen nog ons toevlucht zochten in dichtbevolkte gezinshuizen en op plekken waar elk moment iemand binnen kon komen. Maar dat maakte het ook vast veel spannender.
Er was wel wat licht en hij keek me aan.
'Zonder bril zie je er eigenlijk best leuk uit,' zei hij.
Ik mag hopen dat ik niet dankbaar was. Maar ik weet niet zeker meer of dat wel het geval was. Ik weet niet wat er verder gebeurde maar ik vrees dat ik het waarschijnlijk als een compliment beschouwde.
En erger nog, zo was het waarschijnlijk ook bedoeld.