Hij moet toch enig besef hebben van het feit dat ie iets fout doet. Want hij krabt alleen maar aan de stoel als je niet in de kamer bent. Je hoort het vanuit de keuken, alsof er een elastiekje keihard op hard plastic knalt, en je schreeuwt ´Ophouden nu! Mag niet! Stout!´ Maar dan is het kwaad al geschied en zijn er weer nieuwe halen verschenen op het niet meer zo heel verse leer. Natuurlijk loopt het beest keihard weg als je eraan komt, maar misschien komt dat ook door het geluid dat je produceert, gecombineerd met de haastige stappen naar het bedreigde meubel.
En de volgende keer doet ie het weer.
Eigenlijk ben jij net zo hardleers als die kat. Want je laat hem telkens weer toe op de plaats delict met de gedachte: hij zal het nu wel niet meer doen. Maar zodra hij de stoel ziet denkt hij: Ha, lekker, daar gaan we weer. Hoewel het woord lekker niet in zijn kop op zal komen, of weer. Hij ziet glad oppervlak en voelt zijn nagels. Hij zal trouwens ook niet glad oppervlak denken. Misschien denkt hij wel helemaal niets.
Toch kan een kat dingen onthouden, want hij vergeet ook niet wanneer hij voer krijgt. En al is ie een kat, daar is ie altijd als de kippen bij.