De trap was stijl en donker, de traploper lag een beetje los. Overal stonden opgezette dieren, van eekhoorns tot schildpadden. Geen herten of ander groot wild, gewoon kleine beestjes die niet te veel plaats innamen. Op de wc stond een bakje met organische takjes en blaadjes. De therapeut had een safari outfit aan. Een kaki driekwart broek en een hes met wel 20 zakjes. Handig voor een survivaltocht.
De test had uit 380 vragen bestaan. Het was een hele klus geweest om die allemaal in te vullen, maar het was gelukt en nu was er dan de uitslag.
Het was niet best. De therapeut schetste wat er met hem aan de hand was; een beeld waarin hij zich niet echt herkende want zo slecht ging het nou ook weer niet.
"Maar", zei de therapeut triomfantelijk, "zo'n computer mag er dan een béétje naast zitten -- je kunt 'm echt niet voor de gek houden. Deze uitslag klopt!"
Er zat niets anders op dan weg te zakken in een diepe depressie.
Het klopte!