Je moet mensen niet te snel in een hokje stoppen maar de jongen die elke donderdagmiddag de Hiphop Connection op kwam halen was geen hiphopper. Hij had een matje, was een beetje dik en had altijd een wat slaperige look. Het tijdschrift werd wekelijks voor hem apart gehouden.
Hij keek een beetje bang uit z'n ogen. Een beetje verdedigend ook. Hij leek me zo iemand wiens ouders een enorme platenverzameling hebben van Frans Bauer of André Hazes, een grote collectie levenslied in ieder geval. Maar hij wilde wat anders. Ik kon me hem alleen maar uit de maat hip-hoppend of rappend voorstellen terwijl ie door iedereen werd uitgelachen als ie zijn zogenaamde ding aan het doen was.
Maar hij las wel elke week trouw zijn vakblad.
Ik vond het het toppunt van eenzaamheid.