Ze vertelde in de brief dat ze het moeilijk had. Dingen liepen niet zoals ze wou, haar verblijfsvergunning stond op de tocht, baan liep niet lekker, het Nederlands wou niet helemaal.
Aan het eind van de brief verscheen ze op haar kwetsbaarst:
groetje
schreef ze in kleine lettertjes.
Ik zag een heel tenger meisje in een koud guur land, met een bleek gezichtje, slap zwaaiend met een klein handje:
groetje...