Ik had een bonbon aangeboden, een grote dure, omdat ik geen kleingeld bij me had. Ik dacht dat dat toch wel een mooi alternatief was, een groot stuk chocola. Maar de accordeonist bedankte beleefd. Hij zag er Oost-Europees uit en zat op een krukje voor de supermarkt te spelen. Zijn accordeonkoffer stond open en er lag wat geld in. Hij keek me vriendelijk aan maar schudde nee. Geen bonbon voor hem, daar werd hij dik van zei hij in het Engels met een zwaar accent. Hij maakte er ook een gebaar bij -- met een pijnlijke uitdrukking op zijn gezicht klopte hij op zijn buik.
Mijn vooroordeel was dat Oost-Europees uitziende accordeonisten alles aannemen en niet aan de lijn doen. Dat ze al blij zijn als ze iets te eten hebben.
Maar deze man ontkrachtte dat oordeel helemaal. Ik voelde me alsof ik kraaltjes en spiegeltjes aanbood. Daar heb je tenslotte, net als chocola, ook helemaal niets aan.