"Daar heb ik geen verstand van". Dat zei een vroegere topmanager van een luchtvaartbedrijf. Hij had het over het leven na de dood.
Wijs gesproken!
Maar wie heeft eigenlijk wel verstand van het leven na de dood? Bestudeerders van het geestelijk leven hebben overleveringen, ideologieën en bepaalde axioma's, hun boeken enzovoort. Ze lezen de Bijbel of de Koran en hebben het idee dat er leven bestaat na de dood en ook hebben ze vastomlijnde gedachten over hoe dat er dan uitziet.
Maar of ze er echt verstand van hebben -- zo kan je het toch niet stellen. Want echt zeker weten ze het niet. Bewijzen kunnen ze het niet. Ze kunnen zelfs niet beweren dat het waarschijnlijk of logisch is. Verstand heb je toch eigenlijk pas van iets als je weet hoe het in elkaar zit, als je begrijpt hoe iets stuk gaat of wordt gerepareerd en als je alles weet van oorzaak en gevolg.
De topmanager heeft er zo bekeken eigenlijk net zoveel verstand van als iemand die zich beroepsmatig met een zaak als het leven na de dood bezighoudt.