Saturday, July 13, 2013

Onbeduidend

Hoewel ik nooit het verlangen heb gehad om beduidend te zijn, overviel me onlangs een overweldigend gevoel van onbeduidendheid. Zandkorrel in de woestijn, druppel in de oceaan, dat idee. Daar kun je op allerlei manieren mee omgaan: zonder druppels geen oceaan, zonder korrels geen woestijn - maar het helpt maar matig. Want om je heen zie en lees je alleen maar over al die anderen die in hun eentje hele golven, wat zeg ik - hele oceanen lijken te wezen.  En daar ben jij, druppel, korrel. Alles zinloos.
Waarom overviel de gedachte me? Wat was er veranderd? Dat was het gekke, niets was veranderd. Het was gewoon die perceptie, die was de kwaaie pier. Ik groef naar een aanleiding: had ik meer kranten gelezen? Was ik in contact geraakt met iets wat me aan het denken had gezet? Was er in de wereld iets gebeurd dat me vragen deed stellen over mijn eigen belangrijkheid?
Er had een treinramp plaatsgevonden in Frankrijk, er moest extra bezuinigd worden, en de crisis hield nog steeds huis. Niets bijzonders dus.
Daar lag de aanleiding niet. De oorzaak lag ergens anders.
Toen wist ik het: sinds enige tijd ontbeet ik weer met muesli.

Vakantie

Het was zaterdag, maar ik hoorde dat er gewerkt werd op de bouwplaats beneden me. Van alles werd zo te horen van de ene naar de andere kant gesleept en daar neergesmeten. Juli, iedereen is op vakantie en beneden me werd gewerkt. Mijn vakantiegevoel steeg naar ongekende hoogten. Ik had een paar klussen afgerond en eindelijk, eindelijk had ik het gevoel dat er geen werk op me lag te wachten dat eigenlijk nog gedaan moest worden. 
Of nou ja, de kattenbak, die was vies en moest verschoond worden. Maar dat was toch een taak die te overzien was. 
Ik hoefde helemaal niets en beneden me hield het gekletter en gesjouw aan. Het geluid van vakantie.