Friday, January 25, 2008

Geconditioneerd

Slechts een paar woorden. Het zal de snelheid zijn geweest, de gehaastheid of ongeïnteresseerdheid. Het was me niet opgevallen.
Wel merkte ik het zo raar schuimde, eigenlijk helemaal níet. Maar goed, misschien was het gewoon niet-schuimende shampoo.
Dat ik daar nog nooit van gehoord had hoefde nog niet te betekenen dat het niet bestond.
Toen werden de signalen duidelijker. Was mijn haar nu alweer vet? Het zat ook in van die gekke rollen, en het leek niet echt droog te worden.
En toen, pas toen, na 3 weken, keek ik maar eens op de fles.
Het bleek conditioner.
Niet goed gelezen.

Een boek, daar draai ik mijn hand niet voor om.
Ik kan zelfs een stukje schrijven zonder al te opvallende fouten.
Maar shampoo kopen, dat is een ander verhaal.

Friday, January 18, 2008

P.'s tieten

Het is lastig, afgeleid worden door niet-relevante dingen, door dingen waar het niet om gaat -- die er toevallig zijn maar die verder niets met de zaak te maken hebben en die genadeloos de aandacht af blijven leiden van waar het wel om gaat. Soms kun je er wat aan doen (een snotje in het neus van je gesprekspartner). Maar soms ook niet.
Dat is het lastigst.

De presentator liep over het strand en legde uit wat er gebeurd was. Maar mijn oren konden niets meer verstaan door wat mijn ogen zagen. Een T-shirt, niet eens zo strak, met daarin twee fikse borsten. Had nooit iemand wat van gezegd, maar waarom niet? Ik zag ze toch duidelijk zitten? Twee borsten die een vrouw niet zouden hebben misstaan.
Later waren ze verdwenen, toen had ie een ander T-shirt aan (hij wisselde ongeveer vier keer van T-shirt, maar de uitzending duurde dan ook lang).
Er was een dramatische afloop, en ik luisterde wel, maar eigenlijk ook maar half, want mijn ogen zochten de romp van de man weer af. Maar weer geen geluk, misschien door het wijdvallende overhemd?

Dagen bleven de analyses doorgaan, wat wel en niet en misschien en toch ook maar een beetje etc. Ik zocht alleen maar naar een verslag waarin die borsten genoemd werden. Maar nergens een woord.
Zag de presentator nog wel voorbijkomen in een talkshow maar toen had ie een blouse aan.
Wijdvallend. Het was 'm zelf vast ook opgevallen.

De dochter

Wat was dat voor een dochter?
Zat ze daar, met dat strakke roodgeverfde haar en dan die bril.
Eucalypta impersonated.
Met haar vader naar de huisarts omdat hij pillen moest hebben tegen de stress. De man was 76 en moest naar een aanleunwoning. Die stress, dat was wegens de verhuizing, en die verhuizing -- dat moest, daar kon NIETS aan gedaan worden, die indruk wekte de dochter tenminste, dus dan maar pillen.
"Dat zijn moeilijke dingen he," zei de lieve dokter. "Hoelang woonde u daar al?"
Met veel moeite perste hij het eruit: "Zesendertig jaar."
En toen schoten zowel die oudere man als ik vol.

Maar die dochter, die keek op haar horloge; hoe lang zat ze hier eigenlijk al? En ze moest de afwas nog even doen thuis en ze wilde ook weer op tijd terug zijn voor het wekelijkse kaartavondje. Lastig allemaal.
De enige die ik die aanleunwoning gunde was de dochter.
Met elke avond voor straf tafeltjedekje.

Maar dat was ook de oplossing niet.

Friday, January 11, 2008

Verkeerd verbonden

'Sorry, ik heb het verkeerde nummer gedraaid.'
Maar verkeerd gedraaid wordt er al jaren niet meer. Er zijn nog wel telefoons met een draaischijf, maar je ziet ze toch zelden. Buttons rule.
Het ziet er ook zoveel simpeler uit, waarom is niet eerst de knoppentelefoon uitgevonden? Zo'n draaischijf lijkt oneindig ingewikkeld in vergelijking met hoe nu via simpel intoetsen een nummer gekozen kan worden.
Maar de abstracte schilderkunst was ook nooit ontstaan zonder haar figuratieve voorganger.
Dus misschien kan de telefoon met toetsen niet zonder het voorgeslacht met draaischijf.
'Welk nummer heb je gedraaid?'
Toch nog steeds wel een standaard uitdrukking en niet, 'welk nummer heb je ingetoetst'. Hoewel een nummer kiezen ook langzamerhand een staande uitdrukking wordt.
Wij draaien niet zomaar meer nummers, wij kiezen heel bewust.

Friday, January 04, 2008

Dokter Ping

Nee, veel klandizie is er niet. De Chinese dokter staat meestal alleen in de winkel, in een witte jas, als een arts in een ziekenhuis. De winkel met de enorme grote ramen, waardoor altijd heel goed te zien is dat er niet veel aanloop is. Hij zit meestal op een hoge kruk achter de kassa informatie te bestuderen die opgeslagen is in een grote multomap. En dan kijkt ie af en toe achter zich, naar de hoge kast waarin waarschijnlijk allerlei Chinese kruiden staan opgetast, en pillen en drankjes. Regelrecht uit China. Zijn kennis lijdt niet bepaald onder het gebrek aan klanten.
Zorgwekkend is het toch wel. Een winkel zonder klanten blijft meestal niet lang bestaan. Maar met de berustende houding van de ware Taoïst zit hij er elke dag weer.
Gisteren waren er plotseling klanten. Een dikke Surinaamse vrouw en een oudere Surinaamse man. Rustig leek hij ze allerlei dingen aan te raden. Uit z´n hoofd, de multomap had hij niet nodig.
Misschien is dit het begin van een bloeiende praktijk.
Maar liever niet al te bloeiend.