Friday, February 29, 2008

Mevrouw Bril

De man van de dierenwinkel liep me achterna met een bonnetje van een maand geleden. Toen had ik met pin afgerekend, maar er was kennelijk iets met het apparaat of met mijn pas -- de betaling was niet doorgekomen. En dus stond ik bij 'm in het krijt.
Op het bonnetje stond met bibberige letters: Mevrouw Bril.
Ik begreep het wel, maar tot dat moment had ik me nooit mevrouw Bril gevoeld. Ik voelde me altijd een mens van vlees en bloed met gedachten en natuurlijk een uiterlijk, maar dat gereduceerd te zien tot mevrouw Bril deed me wel realiseren dat juist het element dat ik zelf al helemaal niet meer opmerk, er bij de buitenstaander meteen uitspringt.
En kennelijk was Mevrouw Bril een omschrijving die op niemand anders van toepassing was dan op mij. Tussen al die andere klanten-brildragers sprong deze mevrouw Bril eruit, wist elke medewerker meteen als ze binnen zou komen: "Ha, daar is die mevrouw Bril van dat niet-betaalde bonnetje."
Ik vroeg me alleen wel af hoe de omschrijving geweest zou zijn als ik geen bril had gehad.

Friday, February 22, 2008

De moeilijkste vraag

Het leek alsof er iets viel. Dat was ook zo. De poes was van z'n poef gegleden en lag als een dweil op de grond. Poten wijd gespreid keek hij wezenloos voor zich uit. Ik probeerde hem op te pakken, maar hij was helemaal slap. En toen begon het kwijlen, en z'n neus ging op en neer als van een konijn -- een soort zenuwachtig snuiven.
De dierenarts begon meteen over een toeval, een epileptische aanval. De symptomen klopten wel. Door de telefoon nam hij een kort medisch consult af en stelde een paar vragen.
Niet moeilijk te beantwoorden.
Tot de laatste vraag, die vond ik lastiger. Hij verwoordde wat ik me eigenlijk al jaren afvroeg:
"Kunt u contact met hem krijgen?"

Friday, February 15, 2008

Onwetend

Stel, je neemt de telefoon op en je hoort aan de andere kant opgewekt: "Een hele goede morgen."
Out of the blue.
Het is waarschijnlijk dat je dan meteen een soort wantrouwen voelt naar de beller. Zonder dat hij of zij zich voorstelt wordt je meteen een ontzettend goede morgen gewenst.
Maar door wie dan wel? En waarom? Heeft die persoon er ook maar enige invloed op dat het ook werkelijk een heel goede morgen kan worden? Wie weet is er van alles aan de hand en is een heel goede morgen wel het laatste wat je op deze dag kan gebeuren. Dan is het eigenlijk wel een pijnlijke binnenkomer. Want van een totaal onbekende komt er dan een geheel ongepaste wens naar je toe -- je hebt er niets aan, het zal niet uitkomen, en vanuit totale ontwetendheid wordt je door die goedbedoelde, of misschien beter standaard hartelijke, groet dan herinnerd aan de onmogelijkheid ervan.

Een foutere binnenkomer valt eigenlijk niet te bedenken.
Bovendien, zeg eerst even wie je dan wel bent.
Je vraagt je af waarom telemarketingbureaus ermee blijven aankomen.

Friday, February 08, 2008

Bescherming tegen een paard

Niet aan een roze olifant denken.

Dood Paard is de naam van een toneelgezelschap. De poster van hun nieuwe voorstelling hing onder het affiche van de Bond voor Bescherming van Moeder en Kind.
En onmiddelijk drong de associatie van een zwangere tienermoeder die een dood paard in haar schoot droeg zich op.
Niet aan denken!
Maar het beeld ging niet meer weg. Zelfs een verbod om aan roze olifanten te denken kon het beeld niet verdringen. Dat verbod leidde meestal tot de onmiddelijke verschijning van minstens één roze olifant in mijn hoofd, maar niet vandaag.
Misschien kwam het ook door de poster. Een troosteloos kijkend vrouwmeisje in groengrijze tinten. Met een morsdood paard in haar buik, de grote hoeven duwend tegen de baarmoederwand.
Daar hielp geen Bond voor Bescherming van Moeder en Kind meer aan.

Friday, February 01, 2008

Verwachtingen

Dat er zeehonden zaten was ons beloofd. En barnsteen zou er ook te vinden zijn. Aangespoeld, kilo's barnsteen.
Maar het enige wat we vonden waren schelpen. En stukken touw en plastic zakken. De wind kwam uit het westen, dat was aangenamer dan dat ie uit het oosten kwam -- maar qua vondsten op het strand was het niet gunstig.
Als we het niet hadden geweten, van dat barnsteen en die zeehonden, waren we waarschijnlijk blij geweest met de schelpen. Dan hadden we misschien wel even staan kijken bij een plastic zak en dan waren we zelfs opgetogen geweest over de meeuwen. Zoveel meeuwen! En wat zijn ze groot!
Maar als je op een zeehond hoopt en je krijgt een meeuw, dan is er geen redden aan.
Een meeuw is dan ineens maar heel gewoon.