Friday, May 11, 2007

Een spree met foeten

Hij keek naar mijn mond terwijl ik praatte en ik dacht dat ik misschien nog een sliertje van het een of ander tussen mijn tanden had. Maar toen zag ik de draadjes zijn oren binnenkruipen en begreep ik dat hij mij moest lezen. Ik begon duidelijker te articuleren. Hij vroeg de weg, maar al snel ging het over wat ik deed, wat ik gestudeerd had, zonder ruimte tussen de vragen, zodat ik geen tijd had om te zeggen dat ik eigenlijk dringend ergens heen moest. Al snel kon ik me trouwens niets dringenders voorstellen dan deze liplezende man te woord staan.
Mijn fantasie sloeg op hol en ik zag een eenzaam leven, een Schot met schilfers rond zijn neus en met een gehoorbeschadiging, alleen op vakantie -- ha fijn op vakantie. Maar hij had alleen maar de hele dag rondgedwaald in een koude stad, niemand die tijd had voor een dove Schot op leeftijd met schilfers.
Dus ik nam 'm mee naar huis.
Hij woont inmiddels alweer enige tijd in mijn keuken. De doedelzak die ik voor 'm kocht hangt ongebruikt aan de kapstok. Het lijkt het wel naar zijn zin te hebben. Hij is nog steeds even doof, maar met die schilfers gaat het al een stuk beter.