'Sorry, ik heb het verkeerde nummer gedraaid.'
Maar verkeerd gedraaid wordt er al jaren niet meer. Er zijn nog wel telefoons met een draaischijf, maar je ziet ze toch zelden. Buttons rule.
Het ziet er ook zoveel simpeler uit, waarom is niet eerst de knoppentelefoon uitgevonden? Zo'n draaischijf lijkt oneindig ingewikkeld in vergelijking met hoe nu via simpel intoetsen een nummer gekozen kan worden.
Maar de abstracte schilderkunst was ook nooit ontstaan zonder haar figuratieve voorganger.
Dus misschien kan de telefoon met toetsen niet zonder het voorgeslacht met draaischijf.
'Welk nummer heb je gedraaid?'
Toch nog steeds wel een standaard uitdrukking en niet, 'welk nummer heb je ingetoetst'. Hoewel een nummer kiezen ook langzamerhand een staande uitdrukking wordt.
Wij draaien niet zomaar meer nummers, wij kiezen heel bewust.
Friday, January 11, 2008
Friday, January 04, 2008
Dokter Ping
Nee, veel klandizie is er niet. De Chinese dokter staat meestal alleen in de winkel, in een witte jas, als een arts in een ziekenhuis. De winkel met de enorme grote ramen, waardoor altijd heel goed te zien is dat er niet veel aanloop is. Hij zit meestal op een hoge kruk achter de kassa informatie te bestuderen die opgeslagen is in een grote multomap. En dan kijkt ie af en toe achter zich, naar de hoge kast waarin waarschijnlijk allerlei Chinese kruiden staan opgetast, en pillen en drankjes. Regelrecht uit China. Zijn kennis lijdt niet bepaald onder het gebrek aan klanten.
Zorgwekkend is het toch wel. Een winkel zonder klanten blijft meestal niet lang bestaan. Maar met de berustende houding van de ware Taoïst zit hij er elke dag weer.
Gisteren waren er plotseling klanten. Een dikke Surinaamse vrouw en een oudere Surinaamse man. Rustig leek hij ze allerlei dingen aan te raden. Uit z´n hoofd, de multomap had hij niet nodig.
Misschien is dit het begin van een bloeiende praktijk.
Maar liever niet al te bloeiend.
Zorgwekkend is het toch wel. Een winkel zonder klanten blijft meestal niet lang bestaan. Maar met de berustende houding van de ware Taoïst zit hij er elke dag weer.
Gisteren waren er plotseling klanten. Een dikke Surinaamse vrouw en een oudere Surinaamse man. Rustig leek hij ze allerlei dingen aan te raden. Uit z´n hoofd, de multomap had hij niet nodig.
Misschien is dit het begin van een bloeiende praktijk.
Maar liever niet al te bloeiend.
Friday, December 28, 2007
(on)gewenst bijeffect
Ik schepte het eten op en zette het bord op de tafel. Conversatie was niet nodig, ik was alleen en verheugde me op de krant.
In het achterste deel van het eerste katern stond een groot artikel over kastelozen in India. Die kastelozen zijn verdeeld in weer vier kastes, en de allerlaagste kaste wordt gevormd door de dalits -- de onaanraakbaren. Er stond een foto bij van een vrouw met een grote kom op haar hoofd. Dalits zijn traditioneel, en nog steeds in deze tijd, poepophalers.
Ik stak een stuk pompoen in mijn mond.
Het artikel ging over een vrouw die poep ophaalde terwijl het regende, zodat de stinkende massa over de rand van de kom gutste en op een gegeven moment op haar kleding druppelde.
Ik legde mijn vork neer en las door. Hoe ze soms poep ophaalde uit een wc terwijl er net iemand op zat zodat ze alles over zich heen kreeg.
Ik schoof mijn bord van me af.
Beslist aan te bevelen bij overgewicht. Anders liever na het eten lezen (idem dito voor artikelen over eczeem, darmontstekingen en open benen).
In het achterste deel van het eerste katern stond een groot artikel over kastelozen in India. Die kastelozen zijn verdeeld in weer vier kastes, en de allerlaagste kaste wordt gevormd door de dalits -- de onaanraakbaren. Er stond een foto bij van een vrouw met een grote kom op haar hoofd. Dalits zijn traditioneel, en nog steeds in deze tijd, poepophalers.
Ik stak een stuk pompoen in mijn mond.
Het artikel ging over een vrouw die poep ophaalde terwijl het regende, zodat de stinkende massa over de rand van de kom gutste en op een gegeven moment op haar kleding druppelde.
Ik legde mijn vork neer en las door. Hoe ze soms poep ophaalde uit een wc terwijl er net iemand op zat zodat ze alles over zich heen kreeg.
Ik schoof mijn bord van me af.
Beslist aan te bevelen bij overgewicht. Anders liever na het eten lezen (idem dito voor artikelen over eczeem, darmontstekingen en open benen).
Friday, December 21, 2007
Snowballs
Snowballs stond er op het zakje. Het leken een soort maltezers, chocoladeballen met waarschijnlijk een pinda in het midden. Het was een saai zakje, het lag daar gewoon in de keuken, geopend, en ik nam er een. Er zat niet veel smaak aan, ik beet 'm doormidden. Een weeïge zoetige smaak verspreidde zich in mijn mond, in het midden niet echt een pinda, iets smakeloos was het, maar stevig. Ik pakte het zakje en las wat ik at. Veel melkeiwit, geen suiker of chocola als ingrediënten.
Toen zag ik het staan op de witte sticker:
Not dangerous if swallowed by children.
En toen pas zag ik hoe de hond naar me keek. Het water droop uit zijn bek.
Ik poetste en poetste mijn tanden, maar de smaak bleef nog lang hangen.
Toen zag ik het staan op de witte sticker:
Not dangerous if swallowed by children.
En toen pas zag ik hoe de hond naar me keek. Het water droop uit zijn bek.
Ik poetste en poetste mijn tanden, maar de smaak bleef nog lang hangen.
Friday, December 14, 2007
Zijligging
"Ik heb EHBO," schreeuwde ze. Ze sjorde aan de benen van de man die dwars op het fietspad lag. Hij was gevallen met de brommer. Dat sjorren zag er niet goed uit, het ging er zo te zien toch vrij hard aan toe. Maar zo kwam ie in de stabiele zijligging, zei ze. Geleerd op EHBO.
"Alles komt goed," zei ze geruststellend tegen de man.
Dat had ze van zichzelf, niet op cursus geleerd.
"Alles komt goed," zei ze geruststellend tegen de man.
Dat had ze van zichzelf, niet op cursus geleerd.
Friday, December 07, 2007
Junior Master Mind
Er waren vier kinderen. Gewone kinderen, op het eerste gezicht. Maar dat eerste gezicht bedroog. Ze waren namelijk buitengewoon. De een wist alles van William Wallace, de Schotse vrijheidsstrijder, en van de Amerikaanse Burgeroorlog en andere historische evenementen, de ander wist alles van Winnie de Pooh, en zo had ieder dus zijn specialiteit.
Om beurten werden ze op de stoel geroepen, onder een felle lamp beantwoordden ze vragen die als een schot hagel op ze werden afgevuurd. Er was sprake van spanning en competitie. De ouders keken vertederd naar deze marteling. Die in strikte zin geen marteling was, want de kinderen leken het nog leuk te vinden ook. Maar toch leverde het een onbehaaglijk gevoel op. Waarom wilden kinderen dit? Hoe hadden ze al die kennis vergaard? Waar was dat nou eigenlijk allemaal goed voor?
Toen kwam de laatste ronde. De nummer 1 van dat moment moest het nog even afmaken. Een klein jongetje met flaporen, blond en als je'm zo zag, heel gewoon. Hij was de historicus van het gezelschap en wist van alles over van alles waar andere mensen nog nooit van hadden gehoord. Met slechts een minimale hoeveelheid goed beantwoorde vragen zou hij het spel winnen, zo groot was zijn overmacht geweest. Hij begon met glimmende ogen, zelfverzekerd en vrolijk. Maar toen gebeurde er iets -- er was een soort omkering. Hij kreeg geen goed antwoord meer over zijn lippen, en bij elk foute antwoord op vragen die hij eerst fluitend had beantwoord zag je hem in elkaar krimpen tot een klein jongetje dat bezig was te falen. Hij faalde en het was duidelijk zichtbaar voor iedereen. Met die paar schamele punten die hij kreeg voor die paar goed beantwoorde vragen redde hij het niet, en hij gleed beschaamd van de stoel af, weg van de felle lampen, terug naar zijn plaats in de rij van vier. In twee minuten was ie van zekere winnaar veranderd in verliezer. Dat moet een traumatische ervaring geweest zijn.
En de ouders -- je verwachtte halverwege het dodelijke salvo vragen een schreeuw uit de zaal. 'Stop! Laat hem gaan! Het is niet belangrijk!' Maar die schreeuw kwam niet.
Wel werd er na zijn optreden geapplaudisseerd, dat was eigenlijk nog het allerzieligst.
Om beurten werden ze op de stoel geroepen, onder een felle lamp beantwoordden ze vragen die als een schot hagel op ze werden afgevuurd. Er was sprake van spanning en competitie. De ouders keken vertederd naar deze marteling. Die in strikte zin geen marteling was, want de kinderen leken het nog leuk te vinden ook. Maar toch leverde het een onbehaaglijk gevoel op. Waarom wilden kinderen dit? Hoe hadden ze al die kennis vergaard? Waar was dat nou eigenlijk allemaal goed voor?
Toen kwam de laatste ronde. De nummer 1 van dat moment moest het nog even afmaken. Een klein jongetje met flaporen, blond en als je'm zo zag, heel gewoon. Hij was de historicus van het gezelschap en wist van alles over van alles waar andere mensen nog nooit van hadden gehoord. Met slechts een minimale hoeveelheid goed beantwoorde vragen zou hij het spel winnen, zo groot was zijn overmacht geweest. Hij begon met glimmende ogen, zelfverzekerd en vrolijk. Maar toen gebeurde er iets -- er was een soort omkering. Hij kreeg geen goed antwoord meer over zijn lippen, en bij elk foute antwoord op vragen die hij eerst fluitend had beantwoord zag je hem in elkaar krimpen tot een klein jongetje dat bezig was te falen. Hij faalde en het was duidelijk zichtbaar voor iedereen. Met die paar schamele punten die hij kreeg voor die paar goed beantwoorde vragen redde hij het niet, en hij gleed beschaamd van de stoel af, weg van de felle lampen, terug naar zijn plaats in de rij van vier. In twee minuten was ie van zekere winnaar veranderd in verliezer. Dat moet een traumatische ervaring geweest zijn.
En de ouders -- je verwachtte halverwege het dodelijke salvo vragen een schreeuw uit de zaal. 'Stop! Laat hem gaan! Het is niet belangrijk!' Maar die schreeuw kwam niet.
Wel werd er na zijn optreden geapplaudisseerd, dat was eigenlijk nog het allerzieligst.
Friday, November 30, 2007
Monsters
Het zachte geschraap tegen de deur hield aan. Slaapdronken stapte ik uit bed om open te doen en een klein zacht poesje binnen te laten trippelen. Terwijl ik de deur op een kier wilde zetten denderde er een reusachtig beest -- wat was het, een olifant? Een gnoe? Iets beerachtigs? -- naar binnen. Ik rolde omver door het geweld van de deur en werd bijna vertrappeld onder poten of hoeven, moeilijk uit te maken wat het was. Ik krabbelde overeind, strompelde uit de kou naar mijn bed en kroop snel weer onder de dekens. Trillend bleef ik liggen staren naar het ding dat hijgend in de hoek van de kamer was blijven staan. De adem als rook uit de neusgaten. Het was te donker om te zien wat het precies was.
Raar, maar de slaap was sterker. Een kleine beweging zo nu en dan daargelaten bleef het stil in de hoek, en ik zakte weer weg in de slaap -- slaap wordt ook wel eens een monster genoemd, een onzichtbaar monster. In vertrouwen dat het beest niets kwaads in de zin had sliep ik in.
En ik had gelijk want de volgende ochtend werd ik wakker. Niets gebeurd en alle monsters waren verdwenen.
Raar, maar de slaap was sterker. Een kleine beweging zo nu en dan daargelaten bleef het stil in de hoek, en ik zakte weer weg in de slaap -- slaap wordt ook wel eens een monster genoemd, een onzichtbaar monster. In vertrouwen dat het beest niets kwaads in de zin had sliep ik in.
En ik had gelijk want de volgende ochtend werd ik wakker. Niets gebeurd en alle monsters waren verdwenen.
Subscribe to:
Posts (Atom)