Friday, January 12, 2007

Waai door

Als je leeft van de wind dan zit je goed heden ten dage. Het barst van de wind. Er is meer wind dan sommige mensen lief is. Harde wind zorgt voor een vreemd gevoel van opwinding en verwachting. Een roekeloze windvlaag die je jasflappen doet wapperen, een dwarrelwind die je haar uit model waait. Veel avontuurlijker dan een windstille dag waarop niets je verrast.
Alle dagen storm, voor een avontuurlijk leven.

Thursday, January 11, 2007

Waai weg

Ik vermoedde bedorven paling, aangekoekt vuil van een paar maanden, een wond die al twee weken bedekt was met dezelfde pleister en een onderbroek die (omgedraaid) nog best een weekje dienst kon doen. Lauwe lappen en walmende oksels, restjes eten die op kleding terecht waren gekomen, onontdekt.
Het zat allemaal onder de jas van een hele dikke mevrouw die er keurig uitzag. Ze had die jas dan wel stevig dichtgeknoopt maar de geur was desalniettemin niet te harden.
Een storm was wat we nodig hadden.

Tuesday, January 09, 2007

Een menselijke reactie

Het schijnt dat je tegenwoordig niet meer gewoon op een spartamet mag rijden. Je moet daar een rijbewijs, of verkeersbewijs of zoiets voor halen. Dat is nieuw. Een nieuwe wet die zomaar gemaakt is, zonder dat iemand het eigenlijk in de gaten had, en opeens is er dus iets verboden dat eerst volkomen legaal was.
Twee oudere mensen vertelden op de radio dat ze voor hun mobiliteit afhankelijk waren van dit vervoersmiddel. Want op het Friese platteland rijden nauwelijks bussen. Of je moet heel lang wachten. Nu moesten ze een rijexamen doen. Dat wilden ze (twee tachtigers) helemaal niet en ze waren dan ook erg boos op de minister.
Een consumentenradioprogramma kwam ze te hulp. De redactie had contact opgenomen met de minister en die heeft voor deze twee mensen een uitzondering gemaakt. Ze hoefden geen rijbewijs te halen. Ook voor het Ministerie van Verkeer en Waterstaat bestaan kennelijk schrijnende gevallen. En er werd niet moeilijk gedaan over een mogelijk aanzuigende werking van het scheppen van een uitzonderingssituatie voor een individueel geval.
Natuurlijk waren de spartametters dolblij. En de verontwaardiging over nieuwe maatregel was onmiddelijk veranderd in enorme dankbaarheid.
Ik snap het wel, die dankbaarheid, maar toch is het alsof je iemand bedankt omdat ie je geen klap geeft.

Monday, January 08, 2007

Nieuw taboe

Het lijkt een verdienste om zo weinig mogelijk te slapen.
"Slapen doe ik wel als ik dood ben" zeggen mensen, waarbij het genot van slapen volledig onderschat wordt. Eigenlijk is het meer het genot van wakker worden. En niet na een nacht van vier uur -- sommige mensen trots: "vier uur per nacht is echt meer dan genoeg hoor, anders word ik doodmoe wakker" -- maar na een echte nacht van minstens zeven uur.
Hoe langer de dag, des te meer schijn je te genieten.
Niemand lijkt het erg te vinden dat je dan zoveel dromen mist.
En dagdromen is dan natuurlijk weer uit den boze want zonde van je dag.

Saturday, January 06, 2007

Rood

Ik was door rood gereden en het was opgemerkt. Een agent op een scooter haalde me in.
"Goedemiddag" zei hij. Ik keek 'm schuldbewust aan.
Ontkennen had weinig zin. Ik moest het anders doen.
"U heeft helemaal gelijk" zei ik. "Het is trouwens ook niet de eerste keer. Ik pleit voor een flinke bekeuring."
Hij leek wat verbaasd.
Uiteindelijk kwam ik er met een waarschuwing af.

Friday, January 05, 2007

Incognito

Laatste week niet veel geschreven.
Dat komt zo: begin van het jaar zat ik 's ochtends vroeg in de trein. Twee januari, vroeg in het openbaar vervoer, dan is het rustig. Maar op een klein stationnetje vlakbij Utrecht stapte een oudere dame in. Beetje schichtig. Ze schoot de coupé in en ging achter mij zitten. Had ik dat nou goed gezien? Ja. Ik had het goed gezien. Het was koninging Beatrix. Zonder lijfwacht. Zonder hoogwaardigheidsbekleders. Alleen. Hoewel ik het zeker wist vroeg ik het toch nog een keer.
"U bent toch de koningin?"
Geïrriteerd keek ze me aan.
"Jazeker."
Dat ik haar herkende ergerde haar.
"Iedereen zegt altijd dat ik er in het echt heel anders uitzie dan op de televisie of op foto's."
Dus had ze gedacht -- ik waag het erop. Ik glip er tussenuit. De kerstdagen, en ook de oudjaarsviering, waren zo stomvervelend geweest. Ze moest even weg van alles.
"Maar iedereen zal u herkennen!" zei ik verbaasd.
"En ik heb nog wel speciaal mijn haar vanochtend niet gekamd en de platste schoenen aangedaan die ik heb, zodat ik nog kleiner ben dan normaal."
Het hielp allemaal niets natuurlijk. Maar een koningin staat soms wat buiten de werkelijkheid, die begrijpt dat soort dingen niet.
Ze keek me aan en ik zag dat ze een idee kreeg.
Of ze mijn bril mocht lenen. En mijn jas. Dan kreeg ik de hare. En als ze die pet die ik ophad dan ook nog op mocht dan zou het toch moeten lukken. Ze had het vroeger ook eens gedaan, in Amsterdam met Majoor Bosshardt. Snel wisselden we kledij uit. Ik kreeg haar vilten jas. En hoewel ik zonder bril niets kan zien leverde ik 'm toch in voor het plezier van de majesteit.
Hoe ze eruit zag met bril, pet en mijn jas -- geen idee. Maar ben je op 2 januari in de buurt van Utrecht een kleine dame tegengekomen met een lange grijsgroene jas, een zwarte pet en een vlinderbril -- dan moet zij dat geweest zijn.
Bij het eerstvolgende station heb ik de koninklijke chauffeur gebeld. Dat mocht van haar. Die bracht me waar ik maar wilde. De vilten jas mocht ik houden. Mijn eigen jas kreeg ik gister terug. Gestoomd. Met mijn bril en een opticienbon van 200 euro.
Maar vandaar dat ik dus de afgelopen week zo weinig schreef.
Zonder bril gaat dat niet.

Monday, January 01, 2007

Nog erger

De trap was stijl en donker, de traploper lag een beetje los. Overal stonden opgezette dieren, van eekhoorns tot schildpadden. Geen herten of ander groot wild, gewoon kleine beestjes die niet te veel plaats innamen. Op de wc stond een bakje met organische takjes en blaadjes. De therapeut had een safari outfit aan. Een kaki driekwart broek en een hes met wel 20 zakjes. Handig voor een survivaltocht.
De test had uit 380 vragen bestaan. Het was een hele klus geweest om die allemaal in te vullen, maar het was gelukt en nu was er dan de uitslag.
Het was niet best. De therapeut schetste wat er met hem aan de hand was; een beeld waarin hij zich niet echt herkende want zo slecht ging het nou ook weer niet.
"Maar", zei de therapeut triomfantelijk, "zo'n computer mag er dan een béétje naast zitten -- je kunt 'm echt niet voor de gek houden. Deze uitslag klopt!"
Er zat niets anders op dan weg te zakken in een diepe depressie.
Het klopte!