Friday, January 19, 2007

Een vrouw zonder insecten

Er was eens een prins die op zoek ging naar een vrouw. Bij zijn zoektocht werd hij geassisteerd door een paranormaal begaafde assistent die slechte gedachten kon zien. Die gedachten materialiseerden zich als insecten boven het hoofd van de kandidate. Dus als iemand slechte gedachten had, zag hij een horde bijen, wespen, horzels enz.
Elke vrouw bij wie hij insecten ziet zweven wordt afgewezen. Want slechte gedachten, die zijn ongewenst voor een prinsgemalin. Op een gegeven moment lijkt de juiste echtgenote gevonden. Een meisje dat hemels lacht en bij wie geen insect te bekennen is. De assistent gelooft het zelf bijna niet. Hij snuft en snuift, loopt om haar heen, maar niets! De ideale echtgenote. De prins reist vanuit de verre uithoek waar ze haar gevonden hebben met haar terug naar huis, om haar te huwen. Al snel ontdekt hij dat zij niet alleen geen sléchte gedachten heeft, ze heeft eigenlijk helemáál geen gedachten. Ze staart dromerig voor zich uit, antwoordt ja of nee op vragen, of zegt helemaal niets. De assistent zit tevreden naast haar in de koets maar de prins wordt bevangen door een gevoel van onbehagen. Ergens onderweg stoppen ze. De prins gaat, voor de broodnodige afleiding, een wandelingetje maken. Hij loopt langs een slootje en komt plots bij een hutje. Voor het hutje zit een vrouw in armoedige kleren aardappelen te schillen. Ze kijkt op als ze de prins aan hoort komen. Een onderzoekende blik, alerte ogen.
"Dag" zegt ze, en houdt op met het schillen van de aardappelen.
De prins kijkt naar de aardappelmand op haar schoot en zegt een beetje treurig tegen haar "waarom is een bloem mooier dan een mand met aardappelschillen?"
De vrouw kijkt hem aan en zegt na enige tijd: "maar ís een bloem wel mooier dan een mand met aardappelschillen?" De prins kijkt naar haar, naar de mand, en plotseling vindt hij de mand met schillen het allermooiste wat hij ooit heeft gezien. Hij kijkt de vrouw aan, pakt haar hand en neemt haar mee naar de koets. De assistent ontsteekt in grote woede. Horzels ziet hij, zwermen bijen en hommels. Maar het deert de prins niet.
Het meisje zonder insecten laat hij terugbrengen naar de plek waar ze vandaan komt. Ze lacht een beetje en zwaait lief als de koets wegrijdt.
En de prins leefde nog lang en gelukkig.